• Operation Cannonshot

    Het begin van Bevrijding van de Veluwe

Operation Cannonshot: Sprong over de IJssel

Wanneer het 2e Canadese Korps divisies hun rit door Nederland en West-Duitsland waren begonnen, was het toegevoegde 1st Infantry Division dat bij de IJssel bleef om voor te bereiden op Operatie Cannonshot.
De gekozen oversteek plaats was aan de voorzijde van het dorp Gorssel, halverwege tussen Zutphen en Deventer.

Waterbuffels in de IJssel

Omdat de oversteekplaatsen waren blootgesteld aan de Duitse observatie, zouden alle kanten van de rivier worden gemaskeerd door een gigantische rookgordijn, gecreëerd door een zwaar bombardement van rookgranaten en inzet van veel mobiele rookgeneratoren.  De oversteek zou gebeuren in amfibische voertuigen met de bijnaam Buffaloes. Hiermee zouden de 2e Canadese Infanterie Brigade de Ijssel oversteken, met de Seaforth Highlanders of Canada aan de linkerkant en de Princess Patricia’s Canadian Light Infantry aan de rechterkant. Het Loyal Edmonton Regiment zou in reserve blijven. De Sherman tanks van het 1st Hussars Regiment zouden zo snel als mogelijk worden overgestoken na de oversteek van de manschappen.


Het originele vuurplan van Operatie Cannonshot

Een hard hoofd

In de opvolgende fase zou de 1e Canadese Infanterie Brigade, gesteund door de rest van de 1st Hussars Regiment optrekken richting Apeldoorn. De 3e Canadese Infanterie Brigade zou gezamenlijk optrekken aan de linkerkant richting het Apeldoorns Kanaal dat loopt ten zuiden van de stad.

“Het is een slim, goed doordacht plan. “Ondanks harde woorden die ik voor generaals in het verleden heb gehad, moet ik toegeven dat ze af en toe komen met een aantal goede ideeën.”

Sydney Frostvan het Princess Patricia’s Canadian Light Infantry

Oorlog in de achtertuin

Om exact 14:00 uur, op 11 april, stapten de PPCLI en Seaforths in de Buffaloes. De plannen van The Seaforth’s weerspiegelde met die van de PPCLI, met twee compagnies die tegelijkertijd oversteken.  Eenmaal aan wal, zou ‘D’ Company aan de linkerkant en ‘B’ Company aan de rechterkant 700 meter optrekken vanaf de rivier. Zodra alle Seaforths aan de overkant waren zou ‘C’ Company de opmars vervolgen en met ‘B’ Company samen aan te sluiten bij de PPCLI en door te stootten richting Wilp. De Buffaloes van de Seaforth’s reden rommelend richting de IJssel om exact 15:00 uur, een reis die een Seaforth in zijn dagboek benoemd als surrealistisch.
Hier zijn wij, de Seaforths geladen met wapens en rijdend in Buffaloes met enorm zware machinegeweren gespitst op het front. In de verte, in de buurt van de rivier, het geluid van zware artilleriegranaten die exploderen. We passeren keurige huizen met wasgoed drogend in de felle zon. Aan deze van de rivier lijkt het of er geen oorlog is of een aanval aan de gang is. Mensen zitten in hun tuinen en alles lijkt vredig. Ik houdt m’n adem in. We gaan zo het water in.

Terug van weg geweest

Als jonge peloton leider, had Frost een gruwelijke gezichtswond geleden in Zuid-Italië, maanden van pijnlijke reconstructie ondergaan, en keerde terug naar de PPCLI.  Door de maanden in herstel had Frost een kans tot promotie gemist, nu pas was hij eindelijk zo ver om een compagnie te leiden in de strijd. “De Buffaloes brullen in het leven en vullen de bossen met hun zware dampen. Ik loop terug naar mijn Buffaloe en hop op de rand net zoals deze wordt weg rijdt. De grote metalen ‘dieren’ snuiven en slingeren naar de rivier. “God, it’s good to be leading my company into action at last!”

Vriendelijk vuur

Om 18:00 uur waren beide bataljons aan de overkant van de IJssel en bezig met de uitbreiding van het bruggenhoofd richting Wilp, ondanks de steeds zware artillerie en mortiervuur van posities rondom het dorp. Om middernacht, waren de twee bataljons ongeveer een mijl ten westen van de rivier. Duitse gevangenen waren tot nu toe in totaal 122, en een tank en een anti-tank kanon. Canadese slachtoffers waren verrassend weinig. De Seaforth’s ‘C’ Company rapporteerde dat Private Bela Terepocki werd gedood door eigen artillerie. Hij was een nieuw lid van de compagnie en het was zijn allereerste gevecht. Bela Terepocki ligt tegenwoordig begraven op het Holten War Cemetery.

Bruggen bouwen onder vijandelijk vuur

De intensiteit van het granaatvuur belemmerde de Engineers hun inspanningen om apparatuur naar voren te brengen, maar omstreeks 21:15 uur was er een kleine brug tot de helft gebouwd en een aantal kleinere veerboten waren operationeel, met één in aanbouw die de tanks kon overbruggen. Maar de Engineers moesten een zware prijs betalen voor de bruggen. Aan het einde van de dag werden de volgende slachtoffers gemeld:
• 7 1st Field Company Sappers
• 1 3rd Field Company Officer
• 3 Geniesoldaten
• 1 4th Field Company Sapper

De zwaar voor betaalde brug werd geopend omstreeks 23:15 uur, maar pas in de vroege uren van 12 april, omstreeks 03:00 uur was de veerpont in staat de tanks over te brengen naar de overkant. Vroeg in de ochtend, in de sector van de Seaforth was het vrij rustig, hoewel de voortdurende granaatvuur het leven eiste van de tweede-in-bevel het bataljon, Major Haworth Glendinning. De populaire officier en Distinguished Service Order-houder was net twee dagen terug uit Engeland van verlof en was getrouwd voor slechts één week.

Major Haworth Lang Glendinning

error: Onze content is beschermd.