Aflevering 2
De Canadezen trekken richting Apeldoorn
Na de gewaagde verovering van Twello en de zware gevechten bij Teuge was het dan eindelijk tijd voor de Canadezen om door te stoten richting Apeldoorn. Het Hastings & Prince Edwards Regiment, dat bij Teuge in stelling lag trok in de middag van 13 april 1945 richting Anklaar. Het regiment had de dag er voor al een zware dag te verduren gekregen en had 5 man verloren en zelfs 24 zwaargewonden.
Hastings & Prince Edwards Regiment
48th Highlanders Regiment
Carlton & York Regiment
West Nova Scotia Regiment
Seaforth Highlanders of Canada
Duitsers trekken zich terug in de nacht van 16 april
Meerijdend op de tanks van het B-Squadron kwamen dan de A en D Compagnie aan in Anklaar waar de opmars tot een halt werd geroepen. In de nacht van 13 op 14 april wordt er een eerste aanval in het leven geroepen om de Broeksebrug ten noorden van Apeldoorn in handen te krijgen. D Compagnie krijgt de eer om de aanval te leiden. Maar op 50 meter voor het doel vliegt uit het niets de brug torenhoog de lucht in. De Duitsers hadden de brug met explosieven geladen en orders gekregen om de brug, bij elk teken van gevaar, de lucht in te blazen. De Canadezen moesten terugtrekken en namen voor die dag stelling bij het kanaal.
Een Canadeze soldaat schrijft hierover in zijn dagboek:
“We waren nog enkele meters van de brug verwijderd, ik dacht echt dat we het gingen halen. Ik en mijn vriend Norman liepen voorop in een rap tempo naar de brug toe. Toen was er opeens een enorme klap die door merg en been ging. Ik stond helemaal te trillen. Ik dook zonder na te denken in de dichtsbijzijnde bosjes. Als een soort regen vielen de brokstokken om ons heen. Het was maar goed dat ik een helm op had, want sommige stukken waren groter dan bakstenen”.
Dodelijke vergadering aan de Deventerstraat
De volgende dag, 14 april namen de 48th Highlanders het van de Hastings over, en dezelfde avond wordt nog een poging tot doorstoten bij de Tol gemaakt maar deze plannen strandden al snel omdat 900 meter voor het doel de tanks vast komen te zitten. Op dezelfde dag houdt het Royal Canadian Regiment een vergadering in Villa Hoog Buurlo aan de Deventerstraat. De bemanning van een Duits kanon op een tankonderstel ontdekte de Canadezen en begon de villa te beschieten. Een granaat sloeg door de buitenmuur en verwondde Captain F.J. Sims en Lieutenant J.W. Reardon dodelijk. Captain Sims landde als een van de eerste officieren van het Royal Canadian Regiment met het bataljon op Sicilië, de allereerste actie voor deze Canadese eenheid, en sneuvelde in Apeldoorn als laatste officier van het Regiment, kort voor de bevrijding van Nederland.
De spanningen stijgen
In de vroege ochtend van de 15e april doet het Royal Canadian Regiment een poging om het kruispunt van de Hoofdweg Apeldoorn/Zutphenseweg, codegenaamd ‘Sandhurst’ in handen te krijgen maar zonder resultaat. Het lijkt wel of de Canadezen niet de Duitse verdediging kunnen doorbreken. De spanning in & om Apeldoorn is om te snijden.
Het koste de 48th Highlanders zaterdag 15 april een hele dag om aan het kanaal bij Zevenhuizen te komen. Voor de aanval werd ingezet vuurden de tanks van de 1st Hussars op de RK-kerk die door de Duitsers als uitkijkpost werd gebruikt en zes Duitse scherpschutters werden hierbij gedood. De opmars bleef moeizaam en tegen 17:30 uur bereikte de B Compangie de waterkant. Kort daarop sneuvelde de laatste Highlander in de Tweede Wereldoorlog, J. F. Williams, tijdens het uitschakelen van een vijandelijke mitrailleurpost. John Frederick Williams werd slechts 29 jaar oud.
Een onverwachte wending
Het Royal Canadian Regiment had eveneens een volle dag nodig om de kanaaloever bij Zevenhuizen te bereiken. Om 20:30 uur kwam de C Compagnie bij de sluis aan en bevond de D Compangie. zich bij de Deventerbrug. Op maandag 16 april werd door beide bataljons besteed aan het verbeteren van de ingenomen posities in Apeldoorn-Oost. Die avond kreeg het 48th Highlanders Regiment bevel om naar een gebied ten westen van Teuge te vertrekken, in afwachting van een order om vanuit het noorden naar Apeldoorn op te rukken. Het Royal Canadian Regiment had intussen de stellingen van de Highlanders aan het kanaal ingenomen.
Het lag in de bedoeling om Apeldoorn niet meer frontaal te benaderen maar om de stad langs een omweg, via het zuiden en het noorden aan te vallen. Dit plan werd echter gewijzigd door een merkwaardig voorval dat zich in de nacht van 16 op 17 april in de sector van de Royal Canadian Regiment voordeed en dat Apeldoorn ongetwijfeld heeft gespaard.
Helden in het maanlicht
Wat was het geval? Toen in de nacht van 16 op 17 april de Canadezen zich aan het voorbereiden waren voor de hoofdaanval op Apeldoorn en artillerie in het gebied tussen Deventer en Apeldoorn samentrok, nam het lot voor Apeldoorn een positieve wending. De Duitsers begonnen zich uit de stad terug te trekken! Het was de Duitsers in Apeldoorn niet onopgemerkt gebleven dat ook de opmars van de Britse Infanterie Divisie snel verliep.
Om nu niet van hun volgende verdedigingslijn, de Grebbestelling, te worden afgesneden, bleef hun geen andere weg over dan onmiddellijk op deze stelling terug te trekken. In de avond van 16 april namen de Duitsers de benen uit Apeldoorn. Deze verrassende ontwikkeling was de plaatselijke Binnenlandse Strijdkrachten commandant natuurlijk niet ontgaan.
Nu moest er snel worden gehandeld! Gijs Numan was op de hoogte van de geplande Canadese aanval op Apeldoorn waarbij de Deventerbrug het doel zou zijn. Op dit punt zouden de Canadezen ongetwijfeld hun artillerievuur concentreren. Deze brug was net zo belangrijk voor de Canadezen als de Duitsers en mocht dus absoluut niet worden opgeblazen. In de kelder van garage Limborgh aan de Deventerstraat bivakkeerde het Duitse Sprengkommando dat orders had ontvangen om bij elk signaal van de Canadezen de brug torenhoog de lucht in te blazen.
Numan wist op slimme wijze het Sprengkommando er van te overtuigen dat de situatie hopeloos was en adviseerde hen zich over te geven. De Duitsers accepteerden dit aanbod, gaven hun wapens af en lieten zich in één van de aanwezige kelders opsluiten. Nu moesten ze alleen nog in contact zien te komen met de Canadese bevelhebber. De Apeldoorner Albert van der Scheur werd bereid gevonden om Numan over het Apeldoornse kanaal te gidsen voor een verslag aan het Canadese Hoofdkwartier. Via het sluisje over het kanaal bij de Vlijtseweg sloop men langs de trekweg in de richting van de Canadezen. Plotseling kwam een wachtpost van de C Compagnie. uit de haag van het Mariëndaal tevoorschijn. Het viel niet mee Canadezen ervan te overtuigen dat ze tot de „Underground Forces” behoorden maar tenslotte werden ze naar het hoofdkwartier in het St. Josephhospitaal gebracht.
De Canadezen weigerden geloof te hechten aan het verslag van Numan en de bevelhebber hield vast aan zijn plan de aanval op Apeldoorn in te zetten. Het bericht dat de Deventerbrug in de handen was van de Binnenlandse Strijdkrachten nam hij met een korreltje zout, temeer daar een Canadese inlichtingenofficier tijdens deze bijeenkomst verklaarde dat er 3000 man Fallschirmjäger in de stad aanwezig waren.
Om de Canadezen te overtuigen bood Numan aan enige krijgsgevangenen op te halen vanuit de kelders van garage Limborgh. Na een korte woordenwisseling tussen de Canadese bevelhebber en de stafofficieren kwam deze met een compromisvoorstel. Uit de slapende infanteristen, die enkele uren later de stormaanval op Apeldoorn moesten gaan uitvoeren, mocht Numan drie vrijwilligers vragen voor het ophalen van de Duitse krijgsgevangenen. Twee Canadezen en één Nederlander volgden de heren Numan en Van der Scheur terug naar Apeldoorn en enkele uren later keerden zij met de Duitse soldaten terug.
Na verhoor van de gevangenen bleken de Canadezen geneigd te zijn de Duitse aftocht serieus te nemen en men besloot snel een compagnie naar de Deventerbrug te zenden en deze en de nabije omgeving te bezetten. Via de Vlijtseweg en de Deventerstraat trokken de Canadezen met sokken over hun zware soldatenschoenen achter de mannen aan, terwijl achter deze eerste compagnie op enige afstand nog twee andere volgden die, nadat de voorhoedecompagnie de brug en omgeving bezet zouden hebben, de opdracht hadden om door te stoten tot in het centrum van de stad.
Kunt u het zich nog voorstellen?
Het is moeilijk in te beelden hoe het moet zijn geweest als de Canadese tanks langs je heen reden in 1945. Probeer het maar eens in te beelden. Zet een koptelefoon op, of zet je volume van je computer iets harder en druk hieronder op ‘play’
Het is eindelijk zo ver…
Apeldoorn is vrij!
Na 5 jaar bezetting is dan eindelijk zo ver. Apeldoorn is vrij! In het centrum is er bijna geen doorkomen aan: de straten zijn verstopt door de uitgelaten bevolking en de doortrekkende troepen. Zo duurde het tot in de middag voordat de Canadezen uit de stad via de Amersfoortseweg de opmars konden voortzetten. De Canadezen hebben nog nooit zo veel vreugde bij elkaar gezien als in Apeldoorn.
Gebruikte bronnen: National Archives of Canada, CODA Apeldoorn, Find A Grave (www.findagrave.com), On to Victory: The Canadian Liberation of the Netherlands, March 23—May 5, 1945 (Canadian Battle), Filmmateriaal eigendom van CODA Apeldoorn.